Alarms

Als u in de vulgraadbeheer applicatie in het configuration submenu doorklikt op Alarms, dan landt u op deze pagina.

In de diverse dashboards kunt u kijken welke alarmen er zijn afgegaan op basis van de alarm grenzen die u heeft ingesteld. In het menu Alarms kunt u de ingestelde alarmen bekijken en nieuwe alarmen configureren.

List of Custom Alarms

Op het eerste scherm wordt een lijst getoond met alle ingestelde alarmen. Hier kunt u de conditie zien en u kunt aflezen op welk niveau het alarm betrekking heeft. Ook kunt u zien of de alarm rule actief is ("deployed") of niet actief ("not_deployed").

Door met de muis over de betreffende alarm regel te hooveren worden een edit (wijzigen) en een delete knop zichtbaar voor een regel in de lijst.

Middels de knop "Create new Alarm" kan een nieuw alarm worden aangemaakt.

Create new alarm

Wanneer u op het overzicht met ingestelde alarmen rechtsboven kiest voor de blauwe knop Create new Alarm verschijnt vervolgens het scherm zoals hieronder afgebeeld.

  • Bij NAME geeft u een herkenbare naam voor de alarm regel op.

  • Bij DESCRIPTION kunt u een uitgebreidere omschrijving van de alarm regel opgeven.

  • Bij ASSET TYPE kunt u kiezen of u het alarm wilt toepassen op een bepaalde groep of op een bepaalde locatie

  • Afhankelijk van uw keuze bij ASSET TYPE wordt de keuzelijst bij RELATED ENTITY gevuld met groepen of locaties waaruit u een keuze kunt maken.

  • MEASUREMENT TYPE geeft u de mogelijkheid een keuze te maken uit de lijst met verschillende typen metingen waarop u een alarm wilt instellen.

  • Bij CONDITION geeft u de daadwerkelijke voorwaarde op op basis waarvan een alarm moet worden gegenereerd. U kunt de conditie opgeven (<, >, <=, >=, =) en de waarde waarop moet worden gecontroleerd.

  • In het veld SEVERITY kunt u instellen hoe ernstig een bepaald alarm is. Als u veel alarmen tegelijk heeft ingesteld helpt dit om overzicht te bepalen.

  • De MESSAGE bevat de door u opgegeven tekst van het alarm. Hoe u deze tekst kunt verrijken met placeholders leest u aan het einde van deze paragraaf.

  • Bij IS RULE DEPLOYED kunt u aanvinken of het alarm actief moet zijn. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om een alarm nog niet direct in te schakelen of tijdelijk uit te schakelen.

  • Bij SEND NOTIFICATION kunt u aanvinken of er naast een alarm ook een email moet worden verstuurd. Wanneer u dit veld aanvinkt wordt een aantal extra velden getoond.

  • Bij RECIPIENTS kunnen 1 of meerdere emailadressen worden ingegeven (meerdere emailadressen scheiden door middel van een komma).

  • Bij SUBJECT het onderwerp van de email opgeven zoals dat straks aan de gebruiker getoond wordt. Hierin kan gebruik worden gemaakt van placeholders. Hoe u het onderwerp kunt verrijken met placeholders leest u aan het einde van deze paragraaf.

  • Bij Body kunt u een emailtekst aanmaken. Ook hier kunt u gebruik maken van placeholders.

LET OP: De e-mail kan in uw Spambox terechtkomen. De afzender van de alarm e-mails is: no-reply@kpnthings.com.

Placeholders

Zowel in de tekst van een alarm als in het subject en de body van een email naar aanleiding van een alarm kunt u gebruik maken van placeholders. Hiermee kunt u uw alarm verrijken met specifieke informatie over het alarm. De volgende placeholders zijn beschikbaar:

  • Naam en ID van het device

  • Naam locatie en de groep waartoe de locatie behoort

  • Waarde, meeteenheid en type meting

  • Configuratie entiteit

Wanneer u een of meerdere placeholders wilt gebruiken in bijvoorbeeld de email tekst dient u deze te plaatsen tussen dubbele accolades.

Voorbeeld: Op {{location.name}} van vestiging {{location.group}} is de container voor [[measurement.value}}% vol. De container dient zo spoedig mogelijk geleegd te worden.

De gebruiker ziet dan bijvoorbeeld dit in de emailtekst:

Op afdeling ICT van vestiging Rotterdam is de container voor 84% vol. De container dient zo spoedig mogelijk geleegd te worden.

Last updated